Teksten van Wikipedia : 

Met radioamateurs of zendamateurs (of in officiële terminologie radiozendamateurs) worden in brede zin personen bedoeld die zich voor hun hobby bezighouden met experimenteren op het gebied van het uitzenden en ontvangen van radio- en/of televisiesignalen. Hiervoor hebben zij de beschikking over een officiële zendvergunning. Deze zendvergunning wordt door de overheid toegekend na het slagen voor een officieel examen, waarbij, afhankelijk van het gewenste vergunningsniveau, het kennisniveau met betrekking tot radio-elektronica en regelgeving getoetst wordt.

Een aantal radioamateurs heeft zich binnen Nederland en België – op vrijwillige basis – ter beschikking van de lokale en regionale overheid gesteld om bij diverse calamiteiten als verbindingshulp te fungeren. Deze radioamateurs zijn verenigd in de Dutch Amateur Radio Emergency Service (DARES), die hiervoor speciaal werd opgericht. In België heet deze groep vrijwilligers B-EARS (Belgian Emergency Amateur Radio Service).

Vormen

Voor het uitzenden wordt een grote verscheidenheid aan modulatievormen gebruikt, van morsecodeFMSingle Side Band (SSB) en AM-spraak, datasignalen zoals telex-signalen (in FSKAFSKQAM), slowscantelevisie (SSTV), amateurtelevisie (zowel analoog als digitaal) en Packet Radio.

Radiosignalen zijn elektromagnetische golven, die zich volgens de wetten van Maxwell door de ruimte voortplanten. De voortplanting van radiogolven in de atmosfeer wordt beïnvloed door zonneactiviteit en/of weersinvloeden. Onderzoeken en experimenten naar de voortplanting onder diverse omstandigheden vormen een belangrijk onderdeel van het radiozendamateurisme.

Veel radiogolven zijn niet tot de aarde beperkt: er kunnen verbindingen gemaakt worden via een kunstmaan. Ook de maan (Moon Bounce) en meteoroïden kunnen als passieve reflector gebruikt worden om signalen terug naar de aarde te kaatsen.

Transceivers

 
Deze Icom IC-7600 is een mooi voorbeeld van een moderne HF-transceiver, de zender en ontvanger samengebouwd in één apparaat
 
En een voorbeeld van een moderne portofoon voor VHF en UHF

Een radiozendamateur maakt meestal gebruikt van een commerciële radiozender en -ontvanger, of kortweg een transceiver (transmitter en receiver). Er zijn een aantal bekende merken te koop, waaronder IcomYaesuKenwoodElecraftTen TecFlexradio en Anan. De digitalisering heeft ook in deze toepassing zijn weg gevonden. Ondanks het feit dat de meeste commerciële toestellen nog steeds grotendeels gebaseerd zijn op analoge technologie is de Software Defined Radio (SDR) aan een sterke opmars bezig. Bij deze laatste wordt het frequentiespectrum door de antenne aangeboden meteen aan de antenne-ingang gedigitaliseerd. Een wijziging van de software laat toe om op een soepele manier bijkomende functionaliteit in de radio toe te voegen en/of te verbetern.

Grofweg kunnen transceivers in drie groepen worden ingedeeld:

  • HF-tranceivers, voornamelijk gebruikt voor lange-afstandsverbindingen (DX) op het MF- en HF-gebied, op golflengtes van 160 meter tot 10 meter. Gebruikelijk is een vermogen van 100 watt. Het is echter mogelijk voor bepaalde vergunningsklassen om een groter vermogen (tot maximaal 1500 watt) te gebruiken.
  • VHF-, UHF- en SHF-transceivers, voornamelijk gebruikt voor verbindingen waarbij de twee antennes elkaar kunnen zien (zicht-verbindingen). De gebruikelijke golflengtes zijn 6 meter (50 MHz), 2 meter (144 MHz), 70 cm (433 MHz) en 23 cm (1,2 GHz). Het gebruikelijke zendvermogen is 50 watt, maar er worden doorgaans ook grotere vermogens gebruikt, meestal tijdens zogenoemde 'contesten', radiowedstrijden in amateurjargon.
  • SHF- en EHF-transceivers, deze typen zendontvanger zijn commercieel moeilijk verkrijgbaar; doorgaans wordt de apparatuur zelf gebouwd of omgebouwd. De zendvermogens liggen meestal niet hoger dan 50 watt, gebruikelijk is 10 watt. Deze frequentiebanden worden vaak gebruikt voor amateurtelevisie. Door de grote benodigde bandbreedte voor ATV-signalen worden deze banden zeer frequent gebruikt, omdat deze banden relatief 'leeg' zijn. Er is veel frequentieruimte en er is daardoor weinig onderlinge interferentie.

    Antennes

    Antennes spelen een belangrijke rol in de activiteit van de radiozendamateur en zijn zonder twijfel zowat het belangrijkste onderdeel van het station. Een groter uitgangsvermogen kan de inefficiëntie van een slechte antenne niet compenseren, bijgevolg loont het de moeite om het antennesysteem zorgvuldig te ontwerpen of uit te kiezen. Het is tevens een van de domeinen waarbij experimenteren het meest loont. Enkele belangrijke antennetypes zijn:

    • Draadantenne (dipool, long wire)
    • Verticale rondstraler (Ground Plane)
    • Horizontale of verticale richtantenne (Beam of Yagi genoemd)

    Wet

    Voor Nederland bevatten de Telecommunicatiewet en vooral de daarop gebaseerde Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015 voorschriften die relevant zijn voor radiozendamateurs.

    Examens

    Radio(zend)amateurs verkrijgen na het succesvol afleggen van een technisch examen over radiotechniek en geldende regelgeving een machtiging ("zendvergunning") van de overheid om de radioapparatuur te bezitten en te gebruiken. Dit heeft als doel om op een veilige en verantwoorde manier zenders en antennes te installeren en te gebruiken waarbij eventuele storingen veroorzaakt door bijvoorbeeld directe instraling snel en doeltreffend kunnen worden aangepakt en opgelost.

    Voor de toegang tot de HF-banden was tot in 2003 een succesvol morse-examen benodigd, die voorwaarde is echter in Nederland eind december 2003 en in België op 1 augustus 2003 geschrapt. Tot die tijd moest elke radio-amateur zijn of haar morse (CW) kennis aantonen aan de hand van het seinen en ontvangen van een willekeurige tekst met een snelheid van 12 woorden per minuut, in Nederland later 5 woorden per minuut.

    In België examineert het BIPT voorheen RTT (Regie van Telegraaf en Telefoon).

    In Nederland werden examens afgenomen door de overheid;[2] sinds 2008 is dat afgeschaft en kunnen particuliere organisaties onder toezicht van het Agentschap Telecom de examens afnemen. Dat zijn zowel commerciële organisaties (t/m 2011 Dirksen opleidingen te Arnhem), als non-profitorganisaties als een samenwerking tussen VRZA en VERON met de Stichting Radio Examens (SRE). Op 2 oktober 2008 hebben VRZA en VERON gezamenlijk deze Stichting Radio Examens opgericht. De stichting treedt op als rechtspersoon bij het afnemen van examens voor radiozendamateur, categorie N en F. Sinds 2008 worden er geen machtigingen meer verleend, maar is iedereen die voor zijn/haar examens is geslaagd "licensed by registration". Ook kunnen er proefexamens gedaan worden op Ham-radio.nl.[3] Dit is ook een goede voorbereiding op de examens.

    In landen die behoren tot de CEPT[4] kan men een HAREC-certificaat behalen dat in meerdere landen geldig is.

    Sommige landen erkennen de vergunningen uitgereikt aan radioamateurs die geen morse-examen afgelegd hebben niet of slechts beperkt. Daarom kunnen de erkende verenigingen in België sedert 2 augustus 2006 ook een morseproef afnemen en een bijhorend certificaat afleveren.

    Callsign of roepletters

    Als het examen met goed gevolg is afgelegd mag een aankomend radiozendamateur roepletters (in het Engels: callsign) aanvragen, waarmee hij zich voortaan in al het radioverkeer moet identificeren.

    Het eerste deel van deze roepletters, het prefix bestaande uit 2 of 3 tekens, is kenmerkend voor het land. Zo zijn alle prefixen beginnend met PA t/m PI toegewezen aan Nederland en de prefixen beginnend met ON t/m OT aan België. Binnen deze toewijzing is men per land vrij in het maken van een onderverdeling.

  • LandPrefixLicentieBijzonderheden
    NL PA, PB, PC, PE, PF, PG, PH F(ull) (vroeger A,B of C) Volledige machtiging voor alle amateurbanden (zie Overzicht van de aan radiozendamateurs toegewezen frequenties) met een maximum zendvermogen van 400 watt. Vanaf de 23-cm-band en hoger geldt een maximum zendvermogen van 120 W.
    NL PD N(ovice) (vroeger D) Beperkte machtiging alleen voor de 40-m-, 20-m-, 10-m-, 2-m- en 70-cm-band met een maximum zendvermogen van 25 watt.
    NL PI4   Gereserveerd voor verenigingszenders.
    NL PI5   Gereserveerd voor opleidingen.
    NL PI1   D-star relaisstations, Packetradio accesspoints en nodes (knooppunten).
    NL PI2, PI3   Gereserveerd voor FM-relaisstations. Zie ook relaiszender.
    NL PI6   Gereserveerd voor ATV-relaisstations en transponders.
    NL PI7   Gereserveerd voor bakenzenders.
    NL PI8   Packetradio mailboxen.
    NL PI9   Gereserveerd voor verenigingszenders.
    NL PI9D DARES PI9DA t/m PI9DZ Gereserveerd voor DARES.
  • Nederland

    Voor Nederland bestaat een callsign uit een prefix van twee letters en één cijfer, gevolgd door een suffix van één, twee of drie letters. De roepnaam is tegenwoordig vrij te kiezen, met uitzondering van SOS en lettercombinaties in de reeks QOA t/m QUZ als suffix, om verwarring met de Q-codes te voorkomen.

    Willekeurig voorbeeld van een Nederlandse callsign is PE1GLL. Aan Nederland toegewezen prefixletters zijn vanaf PA tot en met PI.

    De eerste in Nederland uitgegeven call was, op 19 augustus 1929, PA0BZ en de enige Nederlander die zonder het doen van examen een machtiging en roepletters heeft gekregen is Henk Jesse, PA0CII. Hij ontving deze op 9 december 1983, 60 jaar nadat hij als piraat met de roepletters PCII in 1923 als eerste Nederlander een radioverbinding had gemaakt met Noord-Amerika op een golflengte van 113 meter. Henk Jesse werd in 2001 SK (Silent Key), wat in het amateurjargon betekent dat hij overleden is.

    Spectrum

    In 1904 heeft Nederland voor het eerst een Telegraafwet ingevoerd om exuberante vermogens en storingen van het radioverkeer in te dammen. Uiteindelijk zijn in de Telegraafwet ook de regels neergelegd waarbinnen radioamateurs hun hobby kunnen uitoefenen.

    In het hele radiospectrum is globaal 6 procent door ITU-R gereserveerd voor zendamateurs. Dit voorrecht is eigenlijk een overblijfsel uit de begintijd van radiotechniek. Radioamateurs hebben meermalen met hun radio-experimenten mogelijkheden bedacht en het mogelijk gebruik van de verschillende golflengten aangetoond. Zo is veel kennis vergaard, maar desondanks werden de amateurs steeds weer opnieuw verbannen naar commercieel minderwaardige banden. Gezien de schaarste op de MF- en HF-banden is daar de toegewezen ruimte beperkt, maar met name in de VHF- en vooral UHF/SHF/EHF-banden is volop ruimte gereserveerd, al zijn amateurs ook daar zelden de enige gebruikers van die frequentiebanden.

    Rond 1930 werd structureel een deel van de radiobanden gereserveerd voor amateurs met een machtiging.

    Verenigingen

     
    De VERON in Arnhem

    Er zijn twee landelijke verenigingen actief in Nederland en één in België, waar de twee grootste taalgemeenschappen verder ook hun eigen vereniging hebben. Deze verenigingen proberen de belangen van zendamateurs in het overleg met de overheid zo goed mogelijk te bewaken en verdedigen. De grootste vereniging van Nederland is de VERON, gevolgd door de VRZA. De grootste vereniging van België is de UBA, gevolgd door de Nederlandstalige VRA en het Franstalige UFRC.

    Daarnaast is per land één vereniging lid van de wereldorganisatie van zendamateurs (de IARU) (voor Nederland de VERON en voor België de UBA). Dit maakt dat een deel van de radioamateurs geen vertegenwoordiging heeft in de IARU. De IARU is een van de partijen in het wereldoverleg voor verdeling van radiofrequenties (de WARC).

    Er bestaan ook zelfstandige en meestal lokale verenigingen zoals de NVRA te HaarlemRCK te IJmuiden en YRC te Beverwijk. Deze verenigingen beschikken over een eigen onderkomen en bedrijven de hobby in regionaal verband. De VERON en de VRZA zijn regionaal georganiseerd in afdelingen, die doorgaans een eigen onderkomen hebben. Ook de Belgische verenigingen zijn georganiseerd in plaatselijke afdelingen, voor de UBA zijn dat er meer dan 80.

    Scouting

    Eens per jaar houden Scouts over de hele wereld de Jamboree on the Air (JOTA). Door middel van de amateurradio maken zij contact met elkaar tijdens het derde weekend van oktober. De roepletters van het station worden tijdens dit weekend uitgebreid met /J (stroke Jamboree). Bij verschillende groepen is een permanent amateurradiostation gevestigd. Lokale amateurverenigingen houden hier hun bijeenkomsten en helpen mee met de JOTA.

    Overzicht van de aan radiozendamateurs toegewezen frequenties

    LF Lange golf (LW/Longwave)

    • 135,7 - 137,8 kHz (2200 meter). Alleen telegrafiesignalen toegestaan.

    MF Middengolf (MW/Mediumwave)

  • 4

  • 72,0 - 479,0 kHz (635 meter). Alleen telegrafiesignalen toegestaan.
    • 1,81 - 1,88 MHz (160 meter).
    • België 1,81 - 2,00 MHz. Telegrafie, digitale data en spraak toegestaan (tussen 1,850 - 2,00MHz enkel 10W).

    HF Korte golf (SW/Shortwave)

     
    Ontvangers en kaart voor de vossenjacht
    • 3,5 - 3,8 MHz (80 meter). Telegrafie, digitale data en spraak toegestaan, vossenjacht.
    • 5,350 - 5,450 MHz (60 meter). Telegrafie, digitale data en spraak toegestaan. Combinatieband met militaire stations en weerstations, deze mogen niet gestoord worden en hebben altijd voorrang.
    • 7,0 - 7,2 MHz (40 meter). Telegrafie, digitale data, bakens en spraak toegestaan.
    • 10,1 - 10,15 MHz (30 meter). Telegrafie en digitale data toegestaan.
    • 14,0 - 14,35 MHz (20 meter). Telegrafie, digitale data, bakens, spraak en slowscantelevisie toegestaan.
    • 18,068 - 18,168 MHz (17 meter). Telegrafie, digitale data, bakens en spraak toegestaan.
    • 21,0 - 21,45 MHz (15 meter). Telegrafie, digitale data, bakens, spraak en slowscantelevisie toegestaan.
    • 24,89 - 24,990 MHz (12 meter). Telegrafie, digitale data, bakens en spraak toegestaan.
    • 28,0 - 29,7 MHz (10 meter). Telegrafie, digitale data, bakens, spraak, slowscantelevisie en satellietverbinding toegestaan.

    VHF Very High Frequency

    • 50 - 52 MHz (6 meter). Telegrafie, bakens, slowscantelevisie, spraak en digitale data toegestaan.
    • 70 - 70,500 MHz (4 meter)[5][6]
    • 144 - 146 MHz (2 meter). Telegrafie, spraak, bakens, digitale data en slowscantelevisie toegestaan, vossenjacht.

    UHF Ultra High Frequency

    • 430 - 440 MHz (70 centimeter). Telegrafie, bakens, slowscantelevisie, spraak en digitale data toegestaan.
    • 1240 - 1300 MHz (23 cm) idem
    • 2320 - 2450 MHz (13 cm) idem

    SHF Super High Frequency

    • 3400 - 3475 MHz (9 cm) idem
    • 5650 - 5850 MHz (6 cm) idem
    • 10 - 10,5 GHz (3 cm) idem
    • 24 - 24,25 GHz (1,25  cm) idem

    EHF Extreme High Frequency

    • 47 - 47,2 GHz idem
    • 76 - 81,5 GHz idem
    • 122,25 - 123 GHz idem
    • 134 - 141 GHz idem
    • 241 - 250 GHz idem
  • Nederland